SCN-rally naar Franeker

Op vrijdag van huis naar de caravan op "de Distel" in Zeewolde vertrokken. 's Middags het voortentje afgebroken en de fietsen onder hun hoes geparkeerd. Binnen in de caravan al zoveel mogelijk reisklaar gemaakt voor de tocht naar Franeker de volgende dag.

Zaterdag na het ontbijt een lunchpakket klaar gemaakt voor onderweg. Daarna onze kampeer-schulden betaald bij Piet. Als de fietsen in de caravan op hun stellage staan, zijn we klaar om te vertrekken. Er staat een stevig windje van opzij en soms schuin van voren, dat zie je ook op de verbruiksmeter in de auto.

In Franeker aangekomen rijden we regelrecht naar de camping "Bloemketerp". Het ziet er niet meteen uit als de inrit van een camping met die grote gebouwen. We zijn er wel op het juiste adres, blijkt als we doorrijden naar de receptie en daar ook de Soliferclub-handwijzers aan de paaltjes zien hangen. We melden ons bij de receptie, krijgen daar (tegen een borg van 10 euro) de sleutels van het toiletgebouw, de hekken en van het elektrakastje. Als we het "Hortensiaveld" oprijden staan daar al heel wat Solifers. Ria verwelkomt ons, we mogen zelf een plekje uitzoeken, op dit veld of op het volgende, het "Margrietveld". Er komen nog meer equipes, we passen niet met z'n allen op een veld. We kiezen voor een plekje aan de zijkant van het eerste veld. Als de pootjes uitgedraaid zijn en de fietsen weer buiten de caravan staan, zetten we het tentje ook weer op. Dat scheelt een boel tegen de wind en kou, en de fietsen en stoelen kunnen ook droog staan. De weersvooruitzichten zijn niet bepaald "zomers"!

's Avonds is in het restaurant van de camping de opening van de rally. Er is koffie en thee met Oranjekoek. In de welkomtas zaten ook al Dûmkes, Frieser kan je het niet krijgen! Eerst een welkomstwoord van Ria en een ogenblik stilte om onze voorzitter Jaap te gedenken. Daarna vertelt de eigenaar van de camping, Piet Homminga, over het ontstaan van de camping en hoe zijn eigen leven daarmee verbonden is. Van gymnastiekleraar via allerlei omzwervingen en verschillende banen, wel altijd binnen de Friese grenzen, tot eigenaar van "Bloemketerp". Nu wordt er naar opvolgers gezocht, niet alleen voor de camping maar voor het hele complex met o.a. een zwembad, bowling, speelparadijs en restaurant. Na nog wat gezellig met elkaar kletsen met nog een tweede bakkie, zoeken we onze bedden op.

Zondagmorgen ontdekt Rinske een kleine teek op haar onderarm. Met dit koude weer en met zoveel kleding aan waren we nog niet bedacht op die beestjes. Het is een kleintje maar zit al goed vast, het kost Rob moeite om hem te verwijderen. Ontsmetten en als eerste exemplaar opschrijven in de lijst van tekenbeten van 2017. Het is koud en winderig, van buiten met elkaar koffie drinken komt niet veel.


's Middags wandelen we met de hele groep naar de binnenstad van Franeker om het oudste werkende planetarium ter wereld te gaan bezichtigen.

Eise Eisinga, van beroep wolkammer, had grote interesse in wis- en sterrenkunde. Hij schreef er al op jonge leeftijd twee dikke boeken over. Dominees voorspelden rond 1774 dat het einde der tijden aangebroken was, omdat er een samenstand van meerdere planeten aan de hemel te zien was. Toen er toch niets ergs gebeurde besloot Eise Eisinga om in zijn vrije tijd een planetarium te bouwen aan het plafond van zijn eigen woonkamer, zodat uitgelegd kon worden hoe het nu eigenlijk zat met die planeten. In zeven jaar tijd bouwde hij op de zolder een indrukwekkend raderwerk van houten hoepels en schijven, met tienduizend handgesmede spijkers als tanden. Een slingeruurwerk en negen gewichten drijven dit geheel aan. En het werkt nog altijd heel nauwkeurig. Hij schreef een handleiding over hoe om te gaan met schrikkeljaren en zo. Ongelofelijk wat een enorme klus moet dat zijn geweest ruim 240 jaar geleden. Al dat rekenwerk en het precisie maakwerk! Zou zijn vrouw nooit eens gevraagd hebben wanneer het klaar was en de rommel weer opgeruimd kon worden? Koning Willem I kwam naar Franeker om het planetarium te bekijken en enkele jaren later heeft hij het voor de staat gekocht. Misschien dat het daarom al die tijd behouden en onderhouden is.

In de woonkamer krijgen we uitleg over de zon en de planeten aan het plafond en de standen van de maan en de zon aan de muur boven de bedsteden. Daarna mag ieder op eigen gelegenheid door het pand lopen en het hele mechaniek bekijken. Pas wel op je hoofd voor lage zolderbalken en lage deuropeningen! In het museum is ook een verzameling historische astronomische instrumenten bijeen gebracht.

Weer buiten lopen we door een stukje oud-Franeker. We gaan langs een gracht, bekijken de gevels en nemen een kijkje in het gerestaureerde Korendragershuisje waar vroeger over het aangevoerde graan belasting moest worden betaald. Een gevelsteen toont een man met schep en schepel, maar hopen dat er niet te veel aan de strijkstok bleef hangen. In de etalage van de schoenmaker hangen leuke kleurrijke leren slofjes voor kleine kindervoetjes. Daar moeten we deze week nog een keer langs als de winkel open is.

Terug op de camping proberen we uit de wind en in het zonnetje te zitten, dat kost moeite.

Maandag is het koud en regenachtig. We hebben geen zin om door weer en wind te gaan fietsen, dus gaan wij met de auto naar Achlum, een dorpje ten zuid-westen van Franeker. Over een smalle dijk met grote slingers rijden we er naar toe. Bij de chocoladefabriek kunnen we parkeren en als ook de fietsers gearriveerd zijn kan de gids Roelie met de rondleiding door het dorp beginnen.

Achlum is al vanaf 600 v.Chr. een bewoonde plaats. Op het hoogste punt staat de Gertrudiskerk (12e eeuw) op de terp. Daarnaast was vroeger een klooster, waarvan de monniken naar andere kloosters in de buurt niet altijd vredelievend waren. Van dat klooster is niet meer over dan wat stenen in de grond van het huidige kaatsveld. De terp was ook veel groter, maar toen de zee het dorp niet meer kon bedreigen, omdat er dijken gebouwd werden, is de vruchtbare terpgrond afgegraven en verkocht aan boeren op o.a. de geestgronden in Holland.

Rond 1810 hebben de boeren gezamenlijk een (brand)verzekeringsmaatschappij opgericht. De grote man daarvan was Ulbe Piers Draisma. Zijn naam en die van zijn broer en een van zijn medewerkers komen in de geschiedenis van Achlum vaker voor als initiatiefnemers van allerlei onderlinge afspraken binnen de gemeenschap. Er werd zelfs een dakpannenfabriek begonnen. Toen die later overgenomen werd en men de productie wilde opvoeren door de dakpannen heter te gaan bakken ging het mis, de klei uit deze streek is daar niet geschikt voor. Toch kun je nog een paar huizen zien met de bijzonder gevormde en geglazuurde Achlummer dakpannen. Toen in 2011 de Assurantie Maatschappij Achlum, het huidige Achmea, 200 jaar bestond is er groot feest gevierd in Achlum. Zelfs Bill Clinton is op bezoek geweest en heeft er gesproken.

Het gaat steeds meer en harder regenen, de hele groep schuilt onder de overkapping in de tuin van de zus van de gids. Dan maar door naar de chocoladefabriek, wat eerder dan gepland.

Bij aankomst krijgen we allemaal een non-woven bakkersmuts, hygiëne voorschrift! Dan mogen we doorlopen naar de opslagruimte van de gemaakte producten. Daar staan tafels en stoelen en krijgen we koffie en thee met lekkere koek of cake en natuurlijk een chocolaatje. De productie wordt stil gelegd, zodat wij de productiehallen kunnen bekijken. De medewerkers krijgen een extra lange koffiepauze want eigenaar Jan Klaver vertelt tijdens de rondleiding uitgebreid over het proces van cacaoboom- en boon tot het bereiden van halffabricaten en ook over hun eigen kant en klare producten.

De Klafa chocoladefabriek is gevestigd in de vroegere melkfabriek (1888-1971). Waar eens kaas en pap gemaakt werd, worden nu voornamelijk halffabricaten van chocola gemaakt voor bakkerijen en chocoladeverwerkende fabrieken. De bonbons worden door anderen gemaakt met de chocola en de vulling van Klafa (Klaver/Faber). Pure chocola, melkchocola, witte chocola, gekleurde chocola en allerlei vullingen met ook chocola en nog veel meer, zoals dip voor op je ijsje worden hier gemaakt. Hazelnootpasta, pure chocoladepasta, repen met vulling (bijv. berenburg) en bonbons maken ze in kleine hoeveelheden ook zelf.

Na afloop van de rondleiding kunnen we van hun eigen producten wat kopen. Bijv. een verrassingstasje voor 10 euro. Wij kopen chocoladepasta waar geen melk in zit. Bjusterbaarlik lekker!

Terug naar de camping nemen we weer de slingerdijk en genieten van het Friese landschap. De fietsers komen gelukkig ook nu weer droog over.


Dinsdag. Weer een koude winderige dag, maar voorlopig wel droog. We rijden mee met Ietje en Joop naar Harlingen. Om 10.15 uur worden we daar verwacht aan boord van de zeesleper De Holland. Rob maakt nog snel wat foto's van tallships, die daar ook aangemeerd liggen.


We worden ontvangen met koffie, thee en oranjekoek in de prachtige salon en krijgen uitleg over de bewogen geschiedenis van het schip.

De firma Doeksen liet De Holland in 1951 bouwen in het Groningse Foxhol als bergingsjager voor in nood verkerende schepen boven de Waddeneilanden. In de zomertijd moest het schip bij grote drukte ingezet kunnen worden voor extra passagiersvervoer naar Terschelling. Daarom zijn bij de bouw al de elegante salons aangelegd. Er konden meer dan 800 passagiers vervoerd worden. Van 1975 tot 1998 was De Holland een milieubewaking- en onderzoeksvaartuig van Rijkswaterstaat.

In 2000 is een stichting opgericht die het schip van de sloop gered heeft. Met fondsenwerving en veel vrijwilligerswerk is het schip zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat terug gebracht met noodzakelijke aanpassingen om ook in de huidige tijd aan alle regels te voldoen en ook om met passagiers te mogen varen.


In twee groepen worden we over en door het schip geleid. We bekijken het achterdek, de machinekamer met een indrukwekkende 10 cilinder motor van Werkspoor, de verblijven van de bemanning, het kombuis, de radiokamer en de brug. Overal krijgen we uitleg en worden vragen van geïnteresseerde Soliferisten uitgebreid beantwoord. Daarna mag de volgende groep en krijgen wij een film te zien over het heldhaftige verleden van De Holland en zijn bemanning bij het in veiligheid brengen van een boorplatform in vliegende storm.

Nog wat foto's van het schip na de rondleiding.

Als we weer van boord zijn lopen we een stukje over de Keermuur, een onderdeel van de Deltawerken dat Harlingen tegen extreem hoog water moet beschermen. Daarna zoeken we de luwte van de huizen op. We wandelen de Noorderhaven op en neer, bekijken gevels en winkeltjes en eten een lekker broodje bij de bakker.

Bij een andere bakker koop ik een boekje over oranjekoeken. Een fotografe heeft, als kunstproject, bij alle Friese bakkers van oranjekoeken hun unieke uitvoering van dit Friese gebak gefotografeerd. De foto's zijn verschenen als ansichtkaarten, maar ook in boekvorm bijeengebracht met een stukje geschiedenis en het oude recept erbij.

We zoeken de auto weer op en na een rondritje door de buitenwijken van Harlingen vinden we de oprit naar de weg naar Leeuwarden. Terug op de camping drinken we thee in het hoekje van de caravan en de voortent. Een beetje uit de wind en toch in het zonnetje, als de wolken een beetje willen meewerken.

Woensdag. Gisteravond vond ik al dat Rinske warm aanvoelde. Zelf had ze het gevoel dat ze rozig was van het lopen in de koude wind in Harlingen. Maar nu, in de ochtend, voelt ze niet warm, maar heet. Dat betekent in ieder geval dat we niet mee gaan met se gps-wandeling van vanmiddag. De koortsthermometer uit de medicijntas blijkt het niet meer te doen. Na wat rondpraten in de groep krijgen we een thermometer te leen va de familie Schaap. Resultaat: 38,8! Ondertussen is het al eind ochtend en goede raad is duur. Het zal toch niet die rottige teek zijn geweest, zo snel al. Informatie op Wikipedia leert dat Lyme zich al na een paar dagen kan manifesteren. Dus huisarts opgezocht in de informatie van Bloemketerp en gebeld. De assistente van de arts doet nogal laconiek en probeert ons over te halen het nog even aan te zien. Na aandringen vraagt ze eerst onze eigen arts te bellen. Vooruit dan maar. Echter onze dokter blijkt op vakantie en de telefoon verwijst ons naar een vervanger. Weer de assistente in Franeker gebeld. Min of meer door laten schemeren of zij het risico zou willen lopen. De dokter kan niet meer op visite komen, maar we mogen om vier uur op het spreekuur komen.

Met de auto gaan we naar het gezondheidscentrum. Na aanmelden en een korte wachttijd ontmoeten we een erg aardige arts die met alle begrip naar ons verhaal luistert. Het vreemde is dat er naast de koorts geen klachten zijn zoals bij griep last van de luchtwegen. Ook zij gebruikt het internet om nog eens zeker te zijn van de juiste handelwijze. Ze schrijft een pittige antibioticakuur voor. Als de koorts na 24 uur zakt dan was het een bacteriële infectie (zoals Lyme). En anders zou het een virus zijn. Ook in dat geval wel de kuur afmaken. Beneden is de apotheek en daar kunnen we de pillen ophalen.

Donderdag. Het is Koningsdag. Het zou leuk zijn geweest de festiviteiten in Franeker mee te maken. Jammer, maar helaas wij blijven bij de caravan en Rinske voornamelijk in bed.

Vrijdag. De koorts is gezakt dankzij de antibiotica. Na wat aandringen van Rinske (je kunt best gaan) stap ik bij een van de anderen in de auto voor de excursie naar het Poptaslot. Het Poptaslot is een van de best bewaarde stinzen, omdat het al 300 jaar niet meer bewoond wordt en wel onderhouden. De eigenlijke naam is Heringastate, een landgoed dat ca. 1500 gesticht werd door de van Heringa's. In 1687 verkochten de nazaten van de aangetrouwde familie Van Eysinga het landgoed aan de advocaat dr. Popta uit Leeuwarden. Popta bepaalde in zijn testament dat na zijn dood het slot niet meer bewoond mocht worden. Het onderhoud wordt verzorgd onder het bestuur van een viertal onbezoldigde voogden die door coöptatie aangevuld worden. Dat alles wordt bekostigd door de opbrengsten van de bijbehorende landerijen. Hieronder een beeld van de buitenzijde van het slot.

Binnen werden we opgewacht door de (wel bezoldigde) beheerder om te worden rondgeleid. Het interieur is voorzien van 17e en 18e eeuws meubilair en bestaat verder uit mooie betimmeringen, schouwen, poortjes en bedsteden. Zoals gezegd wordt het slot niet meer bewoond en het wordt ook niet voor andere doeleinden verhuurd. Wel mogen de voogden er gebruik van maken voor ontvangsten e.d. Ook daarom is het in de loop der tijd steeds aangepast en ook rond 1910 gerestaureerd aan de buitenzijde. In het slot is echter nog steeds geen elektrisch licht of verwarming. Daarom ook zijn de schilderijen zo goed bewaard gebleven. Bij de restauratie is een tuinzaal/serre aangebouwd en een verbinding met de naastgelegen boerderij. De benedenverdieping was voor bewoning door dr. Popta, de bovenverdieping voor het personeel. De keuken bevindt zich in de kelder.

's Avonds ging het gezelschap gezamenlijk eten met zelf gemaakt etenswaar. Vanwege de ziekte van Rinske en ons afwijkend eetpatroon gingen wij niet mee. Afgesproken was dat wij om half acht aan zouden sluiten voor de afsluiting van de rally. Toen wij prompt om die tijd binnen kwamen was de afsluiting al achter de rug. Piet was al bezig dia's te vertonen van voorbije rally's.

Wij zijn tot maandag gebleven, alles rustig aan opgeruimd voor de terugreis naar Zeewolde. We hebben Piet Verkade gebeld om de caravan naar Zeewolde te brengen i.v.m. de jaarvergadering van de Soliferclub. Die vergadering zou daar het weekeind daarop op het NCC-terrein gehouden worden. Op maandag nog geprobeerd om die leuke schoentjes te scoren voor onze kleindochter, maar helaas, op maandag was alles in Franeker dicht.


Overzicht alle foto's


© Fam. Buitenhuis 2017